Van gezondheid tot ziekte, en... de weg terug..
Auteur: Dr. Annik Mollen
De weg van een gezond lichaam naar ziekte kan men indelen in 6 verschillende stadia waarbij cellen, weefsels en organen steeds in een ernstigere fase van ‘vergiftiging’ en ‘beschadiging’ verzeild geraken. De schade en vergiftiging wordt veroorzaakt door verzurende voeding, voedingstekorten, ongezonde leefwijze en/of leefomgeving, te weinig of te intensieve beweging, verkeerde ademhaling en stress. De verschillende stadia van beschadiging en vergiftiging manifesteren zich aanvankelijk als ongemakken die ‘hinder’ veroorzaken, over ‘lastig en vervelende’ problemen tot complete ziektebeelden die het gevolg zijn van ‘onherstelbare schade’. Zo kan men bijvoorbeeld hinder ondervinden van een banale verkoudheid, een acute ontsteking van een gewricht kan dan weer lastig zijn, diabetes of MS kan je levenskwaliteit drastisch verminderen, maar kanker kan levensbedreigend zijn.
Wanneer men in een bepaalde fase verzeild geraakt is, kan men de weg terug bewandelen zolang er geen onherstelbare schade is aangericht. Met het aanpassen van voeding, leefwijze, omgevingsfactoren, beweging, stressreductie en eventueel suppletie en geschikte complementaire therapie kan het lichaam de verschillende stadia in omgekeerde richting terug doorlopen. Dit kan echter tot gevolg hebben dat oude klachten terug keren bij genezing van de meest recente kwaal. Zo kan iemand aanvankelijk klachten vertonen van eczeem en in een verder stadium van astma. Bij aanpassen van voeding en leefstijl kan het dan zijn dat aanvankelijk de astmatische klachten verdwijnen, maar het eczeem terug de kop opsteekt. Vaak zijn mensen hierdoor ontmoedigd, nochtans is dit het normale verloop naar genezing toe. Het lichaam kan niet anders dan de omgekeerde weg terug doorlopen en wijst dit op een gunstige evolutie.
1. Excretie of uitscheidingsfase
Een gezond en evenwichtig lichaam is in staat te reageren op sporadische periodes van onvolwaardige voeding, ongezonde leefwijze, kortstondige stress... Bij langdurige blootstelling aan verzurende en/of onvolwaardige voeding, overmatige inspanning, toxische invloeden en stress gaat het lichaam reageren met een verhoogde uitscheiding van afvalstoffen die hierbij worden gevormd. Bij een zware inspanning zal het lichaam gaan zweten, virussen en bacteriën die het lichaam binnendringen worden onschadelijk gemaakt en afgevoerd, bij een overdadig etentje of een sporadisch verhoogde alcoholconsumptie gaat het ontgititngsmechanisme een versnelling hoger geschakeld worden… In deze fase bezit het lichaam voldoende energie en flexibiliteit om het evenwicht terug te herstellen.
De organen die een aktieve rol spelen bij de ontgifting zijn in eerste plaats de lever en dan de nieren. De blaas en de darmen, en in mindere mate de huid en de longen voeren de afvalstoffen af. Een gezond lichaam is in staat om de afvalstoffen geproduceerd door de eigen stofwisseling (endogenen toxines) voldoende te neutraliseren en uit te scheiden. Beweging en voldoende water drinken zijn allebei noodzakelijk om de geproduceerde afvalstoffen zo snel mogelijk te verwijderen.
Het lichaam is in staat zichzelf in evenwicht te houden, zich te reinigen en zich te ontdoen van afvalstoffen, gifstoffen, ziektekiemen,… en te herstellen van kortstondige stress.
Milieutoxines (pesticiden, kunstmest, hormonen, antibiotica, synthetische voedingsadditieven, transvetzuren, zware metalen, plastics, cosmetica, schoonmaakmiddelen, geneesmiddelen,…), de productie van lichaamseigen toxines (door bijv. detoxproblemen, verteringsproblemen, leaky gut, gestoorde darmflora, verandering in zuurgraad,…) verstoren het evenwicht en de structuur in de bindweefselmatrix. De kristalstructuur komt in het gedrang, immuuncellen worden geactiveerd, vezels lossen op en de uitwisseling van stoffen komt in het gedrang. Overmatige stress, onvoldoende beweging, een slechte ademhalingstechniek, overgewicht en een tekort aan zonlicht, slaap en frisse lucht versnellen het proces van verzuring en zuurstofgebrek in de weefsels.
Wanneer de belasting groter wordt dan het lichaam kan verwerken, gaat de uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen in het gedrang komen. Een teveel aan afvalstoffen gaat opslaan in de eerste ‘bufferzone’, namelijk het losmazig bindweefsel.
Bindweefsel is het grootste weefsel en overal in ons lichaam aanwezig: rond, in en tussen alle organen, spieren, gewrichten, bloedvaten en zenuwen. Het verbindt en omhult alle weefsels, organen en cellen en geeft hier stevigheid, elasticiteit, het zorgt voor schokdemping en dringt zelfs in cellen door om zo vorm en structuur te geven aan het inwendige celskelet. Bindweefsel is ook terug te vinden aan de binnen en buitenbekleding van een bloedvat. Ook alle cellen van andere weefsels zijn omgeven door een bindweefsellaagje (spiercellen, zenuwcellen, levercellen, niercellen…). Dit houdt in dat geen enkele voedingsstof vanuit de bloedbaan een cel kan bereiken of een afvalstof naar de bloedbaan terug kan keren zonder langs dit bindweefsel te passeren.
Losmazig bindweefsel bestaat uit een vormloze gel-achtige grondsubstantie met daarin bindweefselsvezels (collageen en elastine), immuuncellen, zenuwcellen, vetcellen, bindweefselcellen. De grondsubstantie of matrix van dit losmazig bindweefsel bestaat uit water met suiker- eiwitcomplexen die als een kristalnetwerk gegroepeerd zijn, minerale zouten (ionen) en onverzadigde vetzuren. Via deze matrix vinden voedingsstoffen de weg naar cellen in organen en weefsels, en keren omgekeerd afvalstoffen terug naar de lymfe of bloedbaan om zo afgevoerd te kunnen worden. De matrix is dus de belangrijkste voedingsroute naar cellen toe en afvoerroute van afvalstoffen.
De gezondheid van het losmazig bindweefsel is afhankelijk van de mineralen (ionen) samenstelling, de vetzuurbalans, de zuurtegraad, de hoeveelheid en kwaliteit van water, en de structuur van het kristalnetwerk. In het losmazig bindweefsel ontstaat het begin van ziekte.
Wanneer in dit losmazig bindweefsel echter een overmaat aan afvalstoffen en zuren wordt opgeslagen zal de kwaliteit achteruit gaan, de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen en de afvoer van afvalstoffen verder in het gedrang komen. Het losmazig bindweefsel verzuurt stelselmatig meer en meer en de cellen krijgen minder zuurstof waardoor deze minder energie kunnen produceren. De afvalstoffen en zuren in het bindweefsel gaan zich binden aan mineralen om zo neer te slaan als minder schadelijke zoutkristallen. Spieren worden strammer en stijver, hier en daar beginnen pijnen de kop op te steken, de conditie vermindert… Bij een overmaat aan afvalstoffen en zuren gaan er onvoldoende mineralen ter plaatse voorradig zijn om deze te neutraliseren en gaat het lichaam mineralen roven in tanden, botten en in een latere fase in organen en weefsels. Deze weefsels verliezen aan kwaliteit en sterkte en de functie van de organen gaat stelselmatig achteruit. Het lichaam evolueert naar een fase van matige decompensatie.
2. Inflammatie of ontstekingsfase
Deze fase wordt gekenmerkt door chronische laaggradige ontstekingsreacties. Lichte ontstekingen steken de kop op om dan weer wat rustiger te worden zonder echter nog volledig uit te doven.
Voorbeelden: acné, chronische verkoudheden, steeds wederkerende bronchitis of oorontstekingen, overmatig zweten zonder echt actief te zijn, slijmbeursontstekingen (bursitis), tennis- of golfelleboog (epicondylitis), acute gewrichtsontsteking (arthritis)…
In deze fase is het lichaam nog steeds in staat zichzelf te reinigen mits aanpassing van voeding en leefstijl, maar is wel gebaat bij suppletie (mineralen, vitaminen, enzymen,…), kruiden die de ontgifting stimuleren, complementaire therapie (bijv infraroodtherapie, fasciatherapie,…), aangepaste beweging…
3. Depositie of stapelings/afzettingsfase
In deze fase worden de milde chronische ontstekingen uit fase 2 onvoldoende opgeruimd. De afvalstoffen mogen absoluut niet in het bloed blijven rondzweven en worden daarom gestapeld op die plaatsen die het minste gevaar opleveren om het goed functioneren van het lichaam niet in het gedrang te brengen. Deze plaatsen zijn voornamelijk botranden, pezen, spieren en onderhuids bindweefsel. Belangrijke organen zoals lever, nier, hart, hersenen,… worden hierdoor zo lang mogelijk gevrijwaard.
Typische voorbeelden van stapeling zijn goedaardige gezwellen, cysten, chronisch opgezette lymfeklieren, nierstenen, galstenen, levervlekken t.h.v. de huid, osteofyten, jicht, rheumaknobbels,…
4. Impregantie of indringingsfase
Bij onvoldoende buffercapaciteit t.h.v. het losmazig bindweefsel zullen de afvalstoffen zich in de cellen zelf gaan nestelen. Naast de afvalstoffen geproduceerd door de cel zelf, raakt de cel bijkomend verzadigd aan afvalstoffen afkomstig van gifstoffen, pesticiden, synthetische voedingsstoffen, virusmateriaal, bacteriën, parasieten, zware metalen, alcohol, nicotine,… Ook de wand van de darm is niet langer bestand tegen de overvloed van toxische stoffen die het lichaam belasten, waardoor de toestroom van externe gifstoffen (exogene toxines) in een versnelde fase gaat verlopen. Leaky gut of lekkende darmsyndroom versnelt de interne vergiftiging exponentieel. Pijn en depressieve gevoelens liggen vaak mee aan de oorzaak dat de patiënt in deze fase minder gaat bewegen waardoor de circulatie vermindert en de afvoer van afvalstoffen extra in het gedrang komt.
In deze fase ondervindt de patiënt ernstige hinder en consulteert vaak een arts of therapeut. Het lichaam is niet sterk genoeg meer om op eigen kracht het evenwicht te herstellen. Het wordt minder gemakkelijk om tot genezing te komen. Door een gebrek aan mineralen, vitamines en de bijhorende verzuring neemt de vermoeidheid toe. Vaak is de slaap gestoord en gaat het geheugen achteruit. Een gebrek aan essentiële vetzuren, essentiële aminozuren, enzymen en een gestoord hormonaal evenwicht maakt herstel moeilijker.
Voorbeelden van aandoeningen in deze fase zijn reumatoïde artritis, migraine, poliepen, astma, maagzweren, schildklierproblemen, insulineresistentie, beginnende auto-immuunziekten,…
Nochtans kunnen in deze fase periodes optreden waarbij het met de patiënt beter lijkt te gaan. Onder deze oppervlakte voltrekt echter het proces zich steeds verder. Vage klachten gaan meer en meer de kop opsteken. Nochtans slagen velen erin om nog een relatief normaal leven te leiden. Ze hebben ‘leren leven’ met de klachten en verleggen hierbij vaak hun eigen grenzen bij ongemakken.
5. Degeneratie of vervormingsfase
Het lichaam raakt steeds meer ontwricht en de geestelijke capaciteit wordt steeds meer verstoord. De schade bereikt ook levensnoodzakelijke organen en weefsels zoals de lever, de nieren, het hart, de hersenen,… Er is voor de westerse wetenschap vaak geen afdoende verklaring meer waarom de patiënt al die klachten heeft, waardoor het vertrouwen en gevoel van eigenwaarde steeds verder achteruit gaan. Voorbeelden van degeneratieve ziekten zijn diabetes, chronisch obstructief longlijden (COPD), levercirrose, Alzheimer, Parkinson, MS, ALS, aids, hartinfarct, herseninfarct, osteoporose… Geen enkele patiënt geraakt echter ‘plotseling’ of ‘zomaar’ in deze fase.
6. Differentiatie of tumorfase
In een gezond lichaam worden oude, minder functionele cellen continu opgeruimd en vervangen door nieuwe. In deze fase is het controlesysteem om nieuwe cellen aan te maken verstoord geraakt. Zo kan er ongestoord celmassa bijgemaakt worden. Deze massa kan exponentieel gaan groeien waardoor andere gezonde weefsels verdrukt worden met niet alleen pijn, maar ook verminderde functie tot gevolg. De ontstane kwaadaardige tumoren ontwikkelen zich ongestoord verder. In uitzonderlijk gevallen kan een extreme toxische externe invloed dit regelsysteem verstoren zonder al de voorgaande fases te doorlopen (bijvoorbeeld door overmatige straling bij een kernongeval: denk aan Fukushima). Nochtans is het zo dat ook extreme toestanden beter opgevangen en geneutraliseerd worden door een aanvankelijk gezond lichaam.
Herstel
De patiënt mag echter nooit de moed opgeven. Het zelfherstellend en zelfgenezend vermogen van het lichaam ligt vervat in het losmazig bindweefsel. Door het opschonen en herstellen van het bindweefsel worden vele ziekten omkeerbaar. De inspanning die hiervoor geleverd dient te worden is echter des te groter naarmate men in een verder stadium beland is. Bij ernstige degeneratie en dedifferentiatie kan de aangerichte schade onomkeerbaar zijn. Nochtans kan men door aanpassing van voeding, leefwijze, beweging, stressreductie… zelfs hier de levenskwaliteit sterk optimaliseren. Vaak ontkennen patiënten echter hun klachten of minimaliseren ze of zoeken zelf een verklaring waarom ze die klachten vertonen. Velen verwachten ook van een arts of therapeut die ze consulteren dat die de oplossing gaat aanbieden. Nochtans de enige weg terug is die waarbij de voeding, leefstijl, leefomgeving wordt aangepakt, de patiënt gaat bewegen en chronische stress wordt gereduceerd. Denk eraan: 70 tot 90% van de huidige ziekten onstaat door een ongezonde voeding, leefstijl (zeker stress) en leefomgeving. De taak van de arts of therapeut bestaat erin om samen met de patiënt diens individuele gewoontes te overlopen en te bekijken waar dient bijgestuurd te worden alsook om in elke fase voldoende ondersteuning te bieden, eventueel de juiste supplementen aan te reiken en de geschikte ondersteunende therapieën voor te stellen. Ook geduld is hier een schone deugd. De schade die is aangericht door maanden of jaren van niet geschikte voeding en ongepaste levensstijl of stress, kan het lichaam meestal niet terug herstellen op enkele weken.
Ook zomaar een detoxkuur gaan volgen op eigen houtje is niet altijd even verstandig. Vaak beginnen patiënten eraan als ze zich niet optimaal fit voelen of overgewicht vertonen. Nochtans zijn de uitscheidingsorganen vanaf fase 3 vaak verstopt waardoor de klachten kunnen verergeren.
Onthoud: aan elke fase zit een begin en een einde. In fase 1 volstaat het vaak de aandacht te vestigen op de juiste voeding, voldoende te bewegen en stress te reduceren. In fase 2 kan bijkomend de ontgifting gestimuleerd worden. In fase 3 en 4 dient men werkelijk actie te ondernemen om ernstige schade te voorkomen. Naast voorgaande adviezen dient ook aandacht besteed te worden aan suppletie, een goede ademhalingstechniek en voldoende frisse lucht, stressmanagement en bewegingsadvies. Het is soms verstandiger om eerst terug te keren tot een vroegere fase vooraleer de ontgifting te ondersteunen. Fase 4 vraagt vaak ook emotionele en/of mentale coaching om depressieve toestanden en angststoornissen te begeleiden en de geest tot rust te brengen. Fase 5 en 6 vragen uiteraard bijkomende specifieke medische begeleiding.